Een bijzonder en herkenbaar verhaal over vriendschap en doorzettingsvermogen van achtste-groeper Teddy. Het wordt steeds meer duidelijk dat er iets vreemds met Teddy aan de hand is: Teddy is vaak moe en lijkt er soms niet helemaal bij te zijn met haar hoofd. Niemand snapt wat haar mankeert: is Teddy een dromer of is er iets anders aan de hand?

 

De schrijfster Anja Vereijken is jarenlang werkzaam geweest als laborante in het epilepsiecentrum Kempenhaeghe in Heeze. Hier zag zij veel kinderen met epilepsie en besloot een boek te schrijven waarin deze aandoening centraal staat.

 

Anja:

“Maar weinig mensen en kinderen weten precies wat het inhoudt om epilepsie te hebben. Mijn roman gaat over deze ziekte, maar ook over vriendschap, veranderingen en doorzettingsvermogen.”

 

Kinderboekenschrijver Jacques Vriens:

“Anja Vereijken slaagt erin een goed beeld te geven van wat het betekent om als kind op te groeien met epilepsie, zonder dat het zwaarmoedig wordt. Daardoor is het een verhaal geworden dat veel kinderen met plezier zullen lezen.”